Het gaat niet goed

Als je het gevoel hebt dat het niet goed gaat is het belangrijk te herkennen, wat er niet goed gaat. Door zicht te krijgen op je klachten kan er bewustwording optreden.

Je gaat herkennen wanneer bepaalde klachten optreden. Je hebt bijvoorbeeld last van lichamelijke, psychische en gedragsmatige klachten. Kenmerken dat het niet goed gaat kunnen zijn dat je negatiever denkt, piekert en dat je een rusteloos gevoel hebt.

Naar mijn ervaring begint verandering altijd bij bewustwording. Vanuit herkenning kan je gaan leren andere (gezondere) keuzes te maken.  Dit artikel gaat over het leren herkennen wat er niet goed gaat en wat er dan met jou gebeurd.

Afspraak maken of meer informatie?

Contactformulier06-48115597rfh.tobe@gmail.com

Wanneer het niet goed gaat veranderd mijn denkwijze

Als het niet goed gaat krijg ik een negatieve houding en ik denk steeds dat alles slecht zal aflopen. Ik heb dan negatieve verwachtingen. De goeden dingen zie ik over het hoofd en ik denk dan dat ik een slechts mens ben.

Als het niet goed gaat denk ik dat andere een hekel aan mij hebben. Het vertrouwen in mijzelf en anderen verlies ik. Ik heb de neiging om te vervallen in negatieve gedachten patronen en eindeloos te piekeren. Om het ongelukkige en onrustige gevoel te onderdrukken heb ik de behoefte aan kortstondig geluk.

Bijvoorbeeld door te eten, alcohol te drinken of eindeloos spelletjes op mijn telefoon te spelen. Als het niet goed gaat pieker ik meer en ik heb moeite om de verbanden te zien tussen de verschillende gedachten stromen. Ik heb dan ook het gevoel overspoeld te worden.

Ik ga steeds meer in uiterste denken en ik heb gedachten die niet helpend zijn. Wanneer het niet goed gaat verslechtert de situatie alleen maar.

Er ontstaan problemen op het werk, ik zonder mij meer af of ik heb eerder ruzies met anderen als het niet goed gaat

Als het niet goed gaat stel ik werk taken uit of ik doe juist veelte veel. Ik heb dan het gevoel dat ik de gezonde balans kwijt ben tussen activiteit en passiviteit. Ik ben bijvoorbeeld gehaast, druk en ik voel me onrustig.

Doordat ik gestrest ben, heb ik eerder conflicten met mijn partner of in contact met anderen. Ik ben dan korter af naar mijn kinderen en ik kan ze niet de aandacht en liefde geven die ik zou willen geven. Als het niet goed gaat heb ik minder behoefte om familie of vrienden te zien. Ik ben daarnaast niet assertief in het uitzoeken van dingen.

Mijn huishouden verslonst en ik kan niet de energie vinden om met de huishoudelijke taken aan de slag te gaan. De post stapelt op en er zouden financiële problemen kunnen ontstaan. Ik laat problemen liggen en bij deze problemen heb ik het gevoel dat ze boven mijn hoofd uit groeien.

Mijn gevoelens veranderen als het niet goed gaat

Als het niet goed gaat voel ik mij neerslachtig, huilerig, boos, kwaad, gefrustreerd, bang, angstig, paniekerig en ik heb het gevoel het niet goed te kunnen doen. Door mijn overactiviteit of juist passiviteit heb ik faalgevoelens, ben ik teleurgesteld of juist overdreven optimistisch en blij.

Ook kan het voorkomen dat ik juist weinig gevoelens heb en dat ik het gevoel heb afgestompt te zijn. Over het algemeen gezien heb ik meer negatieve gevoelens dan positieve gevoelens op een dag. Voor mij zijn dit duidelijk kenmerken dat het niet goed met mij gaat.

Mijn gedrag veranderend als het niet goed gaat

Ik heb de neiging om mij terug te trekken als het niet goed gaat. Ik verwaarloos sociale contacten. Ik stop met dingen die ik leuk vind en ik blijf bijvoorbeeld langer in bed blijven liggen. Ik kan de neiging hebben teveel of juist te weinig eten. En daarbij gaat mijn voorkeur uit naar ongezond eten en ongezonde leefpatronen.

Als het niet goed gaat heb ik de neiging om mijn negatieve gevoelens te verdoven door gedrag wat een tijdelijk goed gevoel geeft, bijvoorbeeld alcohol drinken, eten, gamen, gokken, seks, spelletje op de computer, smartphone of tablet. Als het langere tijd slecht met mij gaat begint mijn lichamelijke verzorging te verslonzen.

Ik heb dan geen zin om mij te scheren, schone kleding aan te trekken of mij netjes te maken. Als het minder goed gaat heb ik de neiging voornamelijk binnen te willen blijven en ik heb geen zin om activiteiten te ondernemen.

Als het niet goed gaat, heb ik nare lichamelijke sensaties

Ik voel mij gespannen en rusteloos als het niet goed gaat. Er zijn dan spanningen in mijn lichaam, ik heb pijn in bijvoorbeeld de rug, de nek. Daarnaast zijn mijn maag en darm van streek. Ik voel mij misselijk en mijn buik is hard en gespannen.

Ook kan het voorkomen dat ik aan de diarree ben of dat ik juist last heb van obstipatie. Als het niet goed gaat kunnen er hoofdpijnklachten ontstaan, zware migraine aanvallen en ik heb veel behoefte om suiker en vet te eten.

Ik heb energieschommelingen. Soms heel weinig energie en dan juist weer heel veel. S’morgens sta ik al met vervelende sensaties op, waardoor ik moeite heb om op te staan. Het liefst zou ik de hele dag in bed blijven liggen.